Igo, Douwe en Hartman Galama (± 1492)
Igo, Douwe en Hartman zijn drie broeders, die behoren tot het geslacht van Igo Galama (±886) en Galo Iges Galama (± 1190). Zij behoorden, met hunnen vader Gale, tot de Vetkoopers, en namen een belangrijk aandeel aan den oorlog tusschen dezen en de Schieringers op het laatst der vijftiende eeuw. Hunne lotgevallen staan in zulk een onmiddelijk verband met de geschiedenis van dien tijd, dat wij daarvan een uitvoerig verhaal zouden moeten geven, hetwelk met ons plan niet overeenkomt. Igo Galama viel in een gevecht nabij Workum op den 25sten Januarij 1492 den vijand doodelijk gewond in handen en werd afgemaakt. Douwe Galama ontkwam ter naauwernood het gevaar en redde zijn leven door een Sneeker burger, in wiens handen hij geraakt was, om te koopen. Hij en zijn broeder Hartman komen in 1495 nog voor. Eerst genoemde is den 8sten October 1500 te Franeker onthoofd. Laatst genoemde woonde te Koudum, en werd in genoemd jaar genoodzaakt bij het aanrukken eener bende Schieringers zijn eigen stins in brand te steken en het dorp aan de vijanden over te geven. In het volgende jaar nam hij deel aan de oorlogsbedrijven bij Harlingen, en na dien tijd wordt zijn naam in de geschiedenis niet meer genoemd. Igo Galama (collectie Fries Museum) is hiernaast afgebeeld.
(Zie, behalve de meeste Friesche geschiedschrijvers, in het bijzonder Gabbema Verh. van Leeuw. bl. 153, en volgg.; 178 en volgg. Hoogstraten Woordenb. D. V. St. II. bl. 9; Charterb. van Friesl. D. I. bl. 733, 734, 740; >Arend, Algem. Geschied. des Vaderl. D. II. St. III. bl. 199, 218 en volgg. 222 en volgg.; 428, 426-467.)