(Levens)Verhalen |
| Vhl-I5231-01 Het is onbekend waar en wanneer Folkert overlijdt. In de memorie van aangifte van Lieutske's nalatenschap worden Fokje en haar man, Lieuwe en IJsbrand als vermoedelijke erfgenamen van Folkert aangeduid. Folkert is bij vonnis, gewezen dooar de rechtbank van eerste aanleg te Sneek op 2 september 1831 als "afwezend" verklaard. Zijn goederen zijn bij een ander vonnis op 9 november 1831 in provisioneel bezit gesteld van de vermoedelijke erfgenamen en moeder Lieutske. In het testament van Lieutske, gepasseerd op 26 oktober 1828, wordt nog gesproken over een erfenis voor vier kinderen, onder de bepaling echter dat haar zoon Folkert of degenen die voor hem zouden mogen optreden ter voldoening van hun rechtspositie uit haar erfenis een stuk greidland aan de Workumer Trekweg vlakbij Bolsward zouden erven, "onder de last tot betaling van 300 Nederlandse guldens aan haar andere kinderen gezamenlijk". |